DOF = Depth of Field (of Focus) / vertaald naar het Nederlands:
SCHERPTEDIEPTE.
Ook als je gewoon kijkt naar een voorwerp is er een zone van scherp zicht en daarbuiten zie je iets minder scherp. Kijk maar eens van vrij dichtbij naar je hand ... je kan scherpstellen, maar de rest wordt wazig. Bij dezelfde 'experimentele opstelling' focus je nu naast je hand op de verte, je hand wordt wazig! Lenzen, dus ook de ooglens hebben een beperkte scherpstelling, zeg maar DOF. Bij ons oog valt dit veld goed mee hoor, terwijl dit bij fotolenzen soms vrij beperkt is.
Gebruik je b.v. een breedhoeklens, dan zal je scherptediepte nogal groot zijn.
Ook de opening van het diafragma speelt een grote rol!
Hoe kleiner het gaatje, dus een groter F-getal, hoe scherper de foto eigenlijk wordt. Feitelijk vergroot daardoor de DOF.
De uiteindelijke DOF kan je bij de meeste lenzen zien op de aanduidingen:
> Zo is bij deze 18 mm nikkor-lens bij de focusstand
oneindig, dus scherpgesteld op een voorwerp in de verte , bij F16 (diafragma) alles scherp vanaf 0,7 m tot oneindig. Als je goed kijkt zal je ook zien dat bij F8 die DOF al een flink eind ingekort is ... zowat vanaf 5 ft of ca. 1,5 m.
Uiteraard blijft bij deze lens de volledige DOF groot.
> Dit verandert echter snel als je overschakeld naar lenzen die slechts een klein deel van de realiteit kunnen laten zien, telelenzen en uiteraard macrolenzen! Een micro-nikkor 60 mm heeft bij F16, focus-afstand ca. 0,7 m, nog een DOF van amper 20 cm! Alleen die onderwerpen die binnen die 20 cm vallen, dus 10 v